Aassoorten

Geurstoffen en Smaakstoffen


Het is natuurlijk een gegeven dat de meeste vissers een recept voor het aas gebruiken, dat ze niet snel delen met andere vissers. Dit vinden wij vooral terug bij de wedstrijdvissers, hier bepaald de aassoort de vangst (denkt men).

De fricandel
Dit is voor veel vissers een vreemde aassoort, en terecht want het is aassoort waar je niet gauw aan zult denken. De fricandel valt onder zachte aassoorten. Je kunt de fricandel dus in pricipe het gehele seizoen gebruiken. De fricandel wordt ongebakken gebruikt. Een verder voordeel van de fricandel is dat het goedkoop is.

De bruine boon
De bruine boon valt ook weer onder zachte aassoorten, en dus kan ook het gehele seizoen worden gebruikt. Is ook weer goedkoop en je kunt er ook aardig mee bijvoeren. Ze blijven goed aan de haak zitten

De mais korrel
Met mais werdt enkele jaren geleden nog vrij veel gevist. De laatste tijd zijn er nog maar weinig die met mais vissen. En volgens die vissers is een goede vangst zeker gegarandeerd met dit aas. Het is een aassoort waar de grote brasem en de karper op aast net zo als de winde.

Smack
Smack heeft als voordeel dat het zacht voer is en het gehele jaar door een goede vangst geeft. Vooral de karper en de witvis wil hier nogal op bijten. Smack is ook weer goedkoop en met een blikje kun je de hele dag vissen. Snij een plakje van 1 cm. en maak hier mooie blokjes van, de grootte ligt aan de vissen waarop je vist.

De doperwt
Erwt is een redelijke nieuwe aassoort, hij wordt op dezelfde manier gebruikt al mais. Hij wordt met succes gebruikt op ''dressuur'' wateren waar de vissen heel schuw zijn. Deze aassoort kennen ze dan nog niet, dus roept het bij hen nog geen gevaar op en ze toch tot een aanbeet verleidt.

Kaas
Kaas wordt niet enkel gebruikt als ingrediënt in het lokvoer, maar ook als haakkaas. Menig zoetwatervis is al verleid met een klein blokje jonge tot licht belegen kaas. De jonge kaas verdient in principe de voorkeur daar deze onder het zachte aassoort valt. Maar men kan het gewoon zelf uitproberen.

De made
Maden is de meest gebruikte aassoort in de zoetwater hengelsport. dit komt vooral omdat men er ieder zoetwatervis mee kan vangen, en natuurlijk de prijs ervan. Maden kan men krijgen in verschillende kleuren. Oorspronkelijk zijn maden wit. Bij gekleurde maden voegt men kleurstof toe. Onze voorkeur gaat uit naar de witte maden. In veel clubs en verenigingen is het zelfs verboden om met gekleurde maden te vissen. Een made hangt men aan de haak door de haakpunt aan de platte zijde, waar zich twee oogjes bevinden, door het velletje te prikken. Let er vooral op dat je ze niet lek prikt. Een made is ook goed te gebruiken met andere aassoorten. Maden bewaar je koel en vooral droog.

Het pluimpje
Een van de oudste aassoorten die er bestaan. En ook wel de simpelste voor de witvis. Je neemt enkele sneetjes witbrood mee, neem hier tijdens het vissen een plukje uit en draai het even tussen duim en wijsvinger rond en bevestig het aan de haak. In principe vang je hier altijd vis mee.

De mestpier
Mestpieren of wormen zijn een uitstekende aas voor baars, karper, zeelt en paling. Ook de grote voorn is er niet vies van. Mestpieren zijn het overwegen waard wanneer de vis maar niet wil bijten. Vergeet vooral niet om ook een handje mestpieren door het voer te verknippen

Lokaas
Enkele tips voor lokaas

Beschuitmeel:
Gebroken, vermalen beschuit. Het onderscheid in kwaliteit, is gekoppeld aan de kleur. Is het beschuitmeel licht van kleur, zal de geur identiek aan deze fijn geweven beschuit zijn. Hebben we een meer donkere kleur, is het afkomstig van te hard gebakken beschuiten. Het donkere beschuitmeel ruikt sterker en is volumineuzer dan de lichte. Beschuitmeel heeft een erg laag soortelijk gewicht en is een van de beste ingrediënten voor de basis van een goed lokvoer.

Broodmeel:
Broden die niet worden verkocht, overschotten, misbaksels, worden op lage temperatuur gedroogd, gebroken en vermalen. De kwaliteit is nauw verbonden met de kleur. Goed broodmeel is wit van kleur, fijn vermalen en is hoofdzakelijk afkomstig van het kruim. Heeft het een meer bruine kleur dan zijn er ook bruin brood en veel korsten in verwerkt. Het donkere broodmeel is zwaarder dan de witte broodmeel. Broodmeel heeft een klevende werking. Te gebruiken in een voer voor stromend water.

Paneermeel:
De kwaliteit moet gelijk zijn aan menselijke consumptie. Hoe fijner het paneermeel, hoe meer vreemde bestanddelen er in aanwezig zijn. Er is ook gekleurd paneermeel in de handel, rood en geel. Dit gekleurd paneermeel dient om de kleur van de lokaas te beïnvloeden.

Zemelen:
Bijproduct van het walsen van de tarwekorrel. Zowel grof als fijn in de handel. De grove zemel is de buitenkant van de tarwekorrel. De fijne zemel is het vlies tussen de buitenkant en de kern(bloem) van de tarwekorrel. Nemen goed vocht op en dienen om het voer lichter te maken. Vergroten het volume van het lokaas. Zeer geschikt in een oppervlaktevoertje en een lokaas voor stilstaand water. Kunnen ook droog door het reeds natgemaakte lokaas vermengd worden. Hebben we een lokaas te nat gemaakt, kunnen we dit verhelpen door zemelen bij te voegen

Feedervoer voor diep water:
s' winters woont de witvis vaak in diep stromend water. Dat betekend dat je voor in de voerkorf een voertje moet hebben dat goed plakt en niet te snel uiteenvalt. Het lokvoer mag immers niet al tijdens het zakken naar de bodem uit de korf vallen. Wel is het belangrijk om het voer enkele malen te zeven
Je neemt:
6 delen wit broodmeel
2 delen gemalen eicakemeel
2 delen gemalenbabycorn
1 deel langevingersmeel

__________________________________________________________________________________
Geurstoffen

Anijszaadmeel:
Is de gemalen anijszaadpit. De beste kwaliteit komt van steranijs. Vijfmaal sterker in geur dan het Spaanse anijszaad. De kleur moet diep roodbruin zijn. Zeker te gebruiken in een oppervlaktevoer en wanneer er kleine vis moet worden gevangen. Maximaal 5%

Coriander:
Geurstof gebruikt voor dieper, stromend, gericht op het lokken van brasem. Het beste is de volle korrel te nemen en deze met een product van de basis te vermalen(paneermeel, broodmeel) Maximaal 5%

Fenegriek: Geurstof gericht op brasem, te gebruiken op dieper water. Maximaal 5%

Karwijzaad:
Geurstof met een scherpe, indringende geur. Te gebruiken op dieper water en waar grote vis gevangen dient te worden. Maximaal 5%

Venkelzaad:
Allround geurstof met een aantrekkelijke geur. Te gebruiken in een voornvoer. De zaden kunnen met paneermeel vermalen worden. Maximaal 5%

Smaakstoffen

Vanille(koekjes):
Dit zijn fijn vermalen koekjes, zoals Petit Beurre en Marie. Is zoet, neemt goed water op en kleeft. De kwaliteit is te herkennen aan de kleur. Koekjesmeel of vanille dient egaal van kleur te zijn, donker geel tot licht oranje. Gericht op brasem. Maximaal 10 a 15%

Melasse vloeibaar:
Is een stroopachtige bruine residu van de suikerbereiding met typische geur en smaak. De benodigde hoeveelheid kan in het water, nodig voor het natmaken van het voer opgelost worden. Maximaal 5%

Johannesbroodmeel:
Is de gebroken en vermalen vrucht van de Johannesbroodboom. Bevat een hoog percentage zetmeel en suikers, vandaar de zoete smaak, Kan copra-melasse vervangen. Men zou het eveneens gezoet broodmeel kunnen noemen. Geschikt voor brasemvoer. Maximaal 10%

Copra-melasse:
Copra is het witte vruchtvlees van de cocosnoot. Na olie-extractie blijft er, naargelang de bereidingsmethode, cocos- of notenmeel over. Om de melasse, een restproduct van de suikerbereiding op te zuigen, wordt cocosmeel gebruikt, vanwaar de naam copra-melasse. Goede copra-melasse is donker van kleur, geurt sterk en kleeft. Vandaar dat het niet makkelijk is het homogeen door het voer te mengen. Gericht op brasem. Kan eventueel notenmeel vervangen. Maximaal 15%

Bloedpoeder:
Een zuiver donkerrood fijn poeder. Is de kleur donker, naar het zoete toe, dan bevat bloedpoeder veel onzuiverheden. Mag slechts in een kleine hoeveelheid door het lokaas vermengd worden, omdat het zich snel in het water verspreidt. Komt het best tot zijn recht in de winter. Maximaal 3%

Maak je eigen casters
1. Koop grote castermaden
2. Stop de maden in een ruime bak met zaagsel( 2/3 maden, 1/3 zaagsel)
    houdt de omgevingsruimte op circa 15 graden
3. Bevochtig het zaagsel dagelijks lichtjes
4. Zeef de maden 2 tot 3 maal per dag af met een zeef van 4 mm. maaswijdte.
5. De casters blijven nu op de zeef liggen
6. Stop deze casters in een plastic zak, pers de lucht eruit en sluit het zakje af
7. De casters kun je rustig 1 tot 2 weken bewaren